Wat is de betekenis van Naboth?

(bijb.) Jood die op bevel van de koning van Israël gestenigd werd, omdat hij weigerde zijn wijngaard te verkopen (1 Kon. 21 : 1): een kind van Naboth, een stijfkop.

Hebreeuws 'spruit'. Naboth wordt genoemd in het Oude Testament (1 Koningen 21). Vroeger was de naam vooral in Zeeland in gebruik.

m Hebr. 'spruit'. Naboth wordt genoemd in het O.T. (1 Kon. 21). Vroeger was de naam vooral in Ze. in gebruik.

Een Jizreëliet, die een wijngaard had naast het paleis van Achab te Jizreël. Hij weigerde die aan Achab te verkopen of te ruilen voor een betere wijngaard. Izebel wist daarop N. met zijn zonen na een schijnproces, waarin valse getuigen optraden, te doen stenigen. Daarop nam Achab de wijngaard van N. in bezit, maar Elia kondigde hem in die wijngaard...

erfelijk bezitter van een wijngaard te Jizreël, door een intrige van Izébel ter dood gebracht, waarna Achab zich zijn bezit toeeigende. Elia zegt dan beiden het oordeel Gods aan (I Kon. 21).

Hebr. eigennaam, waarvan de etymologie onzeker is (misschien te vertalen: spruit). Naboth is de bekende eigenaar van de wijngaard te Jizreël, die koning Achab tot alle prijs wou aankopen (I Kon. 21). Het verlangen van Achab om het erfdeel van een Israëliet, al was het door een rechtmatige koop, aan diens geslacht te onttrekken, ging tegen...

m.: een kind van Naboth, fig. een stijfkop; zie 1 Kon. 21 : 1.

i/h Oude Test. (I Kon. 21), bezat een wijngaard, dien hij weigerde aan Achab te verkoopen; werd door een complot v. Izébel vermoord, zoodat de wijngaard aan Achab kwam.

(Oude Test.), een inwoner van Jezrahel in het stamgebied van Isachar, weigerde zijn wijngaard aan koning Achab te verkoopen, omdat ver vreemding van erfbezit volgens de wet (Lev.25.23) verboden was. Daarom werd N. op aansporen van koningin Jezabel door Achab ter dood veroordeeld en gesteenigd (3 Reg.21.1). De straf volgde na Achab’s dood, toe...