Het is een kind van Naboth, vroeg groot en laat wijs.
Kind van Naboth, 1 Sam. 25: 2, 3. Volgens Harrebomée duidt dit spreekwoord een stijfhoofdigen dwaas aan, die door zijn toch machteloos verzet tegen eenige zaak zich zelven benadeelt. Het spreekwoord vloeit dan voort uit eene ongunstige beschouwing van Naboths weigering om zijn wijnberg aan koning Achab af te staan. Doch 1 Koning 21: 3 wordt alleen...