zonder gevaar.
zonder gevaar; zonder dat het gevaar oplevert; niet gevaarlijk; niet risicovol.
Voorbeelden:
Ik heb natuurlijk ook het liefst een gevaarloze energiebron. Maar wat ik graag blief zit zelden in het trommeltje. Het gelul over windmolens levert net zoveel op als windmolens zelf. Nog afgezien dat je er niet het hele landschap vol mee kan zetten.
http://www.gay.nl/thread/56565/135/kernenergie_-_wie_is_er_nog_voor_, 1 april 2011
Politieke meningen hebben wij tot dusverre nauwelijks van haar gehoord, behalve dat zij Wim Kok een betere premier-in-spe vindt dan Frits Bolkestein, een gevaarloze opinie die waarschijnlijk zelfs door Frits Bolkestein wordt gedeeld.
http://www.groene.nl/1997/26/mevrouw-borst-heeft-geen-verstand-van-politiek, 25 juni 1997
De Fed beschouwt een economische groei van tussen de 2 en 2,5 procent als gevaarloos voor de inflatie-ontwikkeling.
NRC, 1995
Kortrijk moest helemaal niet schitteren om tegen een inspiratie- en vooral gevaarloos Union de eerste uitoverwinning te boeken.
De Standaard, 1997
'Weet je, Oscar, het zou Johan kunnen zijn. Die heeft haar de taart gestuurd, misschien om haar te pesten, omdat ze altijd zo tegen hem zit door te zagen over Charles z'n schilderkundige vaardigheden, of omdat hij kwaad op haar was. Misschien ook wel gewoon, uit een ingeving, om iets aardigs te doen – hij heet tenslotte Steenkamer!' Hier heeft Oscar niet van terug [...]. Nu gaat het weer om Charles en Johan en zit hij als een oude schoothond achter Alma's stoel gevaarloos te blaffen.
Anna Enquist, Het meesterstuk, 1999
Het is een vreemde vogel, zoals hij daar zit en ons bekijkt met zijn starre ogen: een gele iris waarin de rusteloze pupil voortdurend groter en kleiner wordt in waakzaam observeren van zijn overigens grotendeels dode en gevaarloze omgeving.
Jotie T'Hooft, Verzameld proza, 1982
Waar veel cabaretiers liever kiezen voor gevaarloze Verkerke-reproducties toont Manuel ons de wereld van Jeroen Bosch.
http://www.harrykies.nl/Default.asp?keuze=artiestendetail=3
De erfenis die ik meekreeg zit 't in dingen van engere orde; netheid, standbewuste zelfgenoegzaamheid, arrivisme, orde, gevaarloos stardom, eeuwige twijfel, lafheid en het volkomen onvermogen te kiezen.
Alex Rosseels, Het blije lijden, 1980
