Definities van Algemeen Nederlands Woordenboek in de Ensie Z
- zesjescultuur
- zeskantig
- zeste
- zestiende-eeuws
- zestienjarig
- zestienjarige
- zestiger
- zestigjarig
- zestigjarige
- zestigplusser
- zetelroof
- zetmeel
- zetpil
- zeug
- zeurcultuur
- zeurkassa
- zeurkous
- zeurpiet
- zeurprobleem
- zeurterreur
- zeurvrij
- zeurvrije kassa
- zeven dagen op zeven
- zeven dagen per week
- zeven op zeven
- zevendegroeper
- zevenjarig
- zevenjarige
- Zevenjarige Oorlog
- zevenkantig
- zevenkoppige draak
- zevenslaper
- zeventiende-eeuws
- zeventienjarig
- zeventienjarige
- zeventiger
- zeventigjarige
- zeventigplusser
- zever
- zever in pakjes
- zever of last verkopen
- zeveraar
- zeverlap
- zezel
- zg
- zgn
- zich (niet) op de kop laten zitten
- zich achterwaarts herinneren
- zich als cowboy gedragen
- zich als een haan tussen de kippen voelen
- zich als een mak schaap naar de slachtbank laten leiden
- zich als lemmingen in iets storten
- zich de blaren op de handen werken
- zich de blaren op de tong praten
- zich de haren uit zijn kop trekken
- zich de kaas van het brood laten eten
- zich de kaas van tussen zijn boterham laten pakken
- zich de kop breken over iets
- zich de kop gek laten maken
- zich de krampen lachen
- zich de mikmak schrikken, werken, zoeken e.d
- zich de ogen uit de kop kijken
- zich de ogen uit zijn kop schamen
- zich door de kop schieten
- zich door de rijstebrijberg heen eten
- zich een aap schrikken
- zich een breuk lachen
- zich een breuk tillen
- zich een kogel door het hoofd jagen
- zich een kriek lachen
- zich een mooier verjaardagscadeau niet kunnen wensen
- zich een weg banen
- zich ergens als aasgieren op storten
- zich ergens als gieren op storten
- zich geweld moeten aandoen om
- zich het apezuur fietsen
- zich het apezuur schrikken
- zich het apezuur trappen
- zich het apezuur werken
- zich het brood uit de mond sparen
- zich het eten uit de mond sparen
- zich het mikmak lopen, schrikken, werken, zoeken e.d
- zich het vuur uit de sloffen lopen
- zich iets herinneren als de dag van gister
- zich iets herinneren als de dag van gisteren
- zich in de nesten steken
- zich in de nesten werken
- zich in het hol van de leeuw wagen
- zich in zijn burcht verschansen
- zich ingraven als een mol
- zich lam blowen
- zich lam schrikken
- zich lam zuipen
- zich metterwoon vestigen
- zich onder een gelukkig gesternte voltrekken
- zich op een weg begeven
- zich op gang trekken
- zich op glad ijs wagen
- zich op het achterplan houden
- zich op het dievenpad begeven