Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

breedsprakig

betekenis & definitie

lang van stof.

veel tekst nodig hebbend om zijn bedoeling duidelijk te maken; lang van stof; langdradig; wijdlopig.

Voorbeelden:
Ze werd breedsprakig toen ze beschreef hoeveel onkruid er op de akker stond en hoeveel tijd het zou kosten om de oude os op te halen door het bos.
Marianne Fredriksson, Anna, Hanna en Johanna, 2000

De heer Larcher, de bezieler van de Société des Amis de Marcel Proust, behartigde de belangen van zijn heimat uitstekend en dwong Illiers hardhandig in het procrustesbed van Combray. Storend is dat de man last heeft van een hardnekkig onvrijwillig geheugen en, in een aandoenlijke maar vergeefse poging de bewonderde meester te imiteren, minstens zo breedsprakig is als Proust.
De Standaard, 1996

Krantenkoppen, politieke theorieën, modieuze denkbeelden zeiden hem even weinig als de breedsprakige tekst op de verpakking van zeep of tandpasta.
August Thiry, In rook opgaan; Nestor, het mes van de profeet, 1997-1998

De meeste sprekers zullen hun meningen tergend breedsprakig naar voren brengen.
Barber van de Pol, Kriblijn, 2001

Waarom nemen sommige talen meer ruimte in? Sommige talen zijn nu eenmaal wat breedsprakiger. Zo wil het aantal woorden in bijvoorbeeld Franse vertalingen wel eens flink afwijken van het aantal woorden in de brontaal. Het Engels kan het daarentegen vaak met veel minder woorden af dan de taal waaruit vertaald wordt.
http://www.language-lab.nl/

Een leidinggevende wilde dat zijn medewerker Henk niet zo breedsprakig was. Die breedsprakigheid ontnam collega's de gelegenheid om hun zegje te doen en werkte in de hand dat collega's vaak bij voorbaat al geïrriteerd raakten als Henk iets begon te vertellen.
http://www.m-cc.nl/zo_voert_u_betere_functioneringsgesprekken.htm

< >