breedsprakig.
veel tekst nodig hebbend om zijn bedoeling duidelijk te maken; lang van stof; langdradig; wijdlopig; breedsprakig.
Voorbeelden:
De tegenspeler, een breedsprakerig, geniepig en het-bloed-van-onder-de-nagels-halend addergebroed: Jefke Vermeylen.
http://www.hoeseltvrugger.be/index.php?itemid=500