potje met deksel, waarin gaatjes zijn aangebracht. Diende voor het strooien van sandrak of zand voor het drogen van geschreven schrift.
Werd vanaf de 18de eeuw gemaakt van zilver, tin, geslepen glas met metalen montuur; zowel onderdeel van het inktstel als zelfstandig gebruiksvoorwerp. De oudste vorm is een cilindrisch model; laat-18de-eeuwse zandkokers zijn balustervormig en lijken op de suikerstrooiers uit die tijd. Na 1820 kregen zandkokers ook vaak de vorm van vogels of andere dieren: de uil en de mopshond waren zeer geliefd.