(1) Samenhangende bovenlaag van begroeiing, meestal van gras.
(2) Hieruit gestoken rechthoekige stukken (z. Plag). Men onderscheidt plak-z., dik 4 à 6 cm, en blok-z., dik ca 10 cm. De z. zijn gewoonlijk vierkant, 25 à 30 cm, doch de z.g. staart-z. zijn 14 maal zo lang en dienen voor het in verband leggen van de plak-z. Men snijdt de z. met de zodenploeg en steekt ze van de bodem los met de zodenlichter. Z. afkomstig van kleigrond kunnen in smalle stapelingen (hoogte 1,00 à 1,25 m) enkele maanden worden opgeslagen, mits beschermd tegen te felle zonnehitte.
(3) Bij de productie van steekturf: het veenblok, zoals dat gestoken en te drogen wordt gezet.