Zode
v. (-n), 1. sterk doorwortelde en daardoor samenhangende aardlaag, inz. aan de oppervlakte van grasland ; — (zegsw.) onder de groene zode liggen, dood en begraven zijn : 2. vierkant afgestoken stuk van de onder genoemde laag, van gelijkmatige dikte: zoden om een perk leggen ; zoden steken ; een dijk met zoden beleggen ; — ...