Sergej van Radonezj (1314 – 1393) of Sergius, was naast de Vladimirskaja en Nikolaas een van de drie speciale beschermheiligen van Rusland. Hij heeft een beslissende invloed gehad op het geestelijke en morele leven van het oude Rusland.
Sergej, geboren in Rostov uit een machtige bojarenfamilie trok zich tegen 1340 terug in een ongerept woud aan de oevers van het riviertje Kantsjoera ten noorden van Moskou. Hij bouwde daar met zijn broer een cel en een kerkje van hout, dat zij wijden aan de Triniteit. Nadat hij enige jaren als heremiet had geleefd, vestigden enkele monniken zich bij hem, wat het begin was van het Triniteits- of Drieëenheidsklooster te Zagorsk. Dit klooster groeide in de loop der eeuwen uit tot het belangrijkste van Rusland. Hij leidde een leven van hard werken en ontberingen: houten toortsen verlichten de kerk tijdens de ochtend- en avondmissen, de gebedenboeken waren op berkenschors geschreven. Sinds metropoliet Alexis, vriend en beschermer van Sergej, de leiding op zich had genomen van het vorstendom Moskou, was het kleine klooster van de Drieeenheid het religieuze middelpunt van het land geworden.
Tijdens zijn leven al was Sergej de spirituele leider van de Russische orthodoxie. Dmitri Donskoj, de grootvorst van Moskou, had voordat hij tegen de Tataren optrok en een historische overwinning behaalde, eerst de zegen van Sergej van Radonezj gevraagd. Ook de latere tsaren van Rusland legden een bijzondere verering voor de heilige aan de dag. Aan het einde van zijn leven kan Sergius uit zijn leerlingen maar geen goede opvolger kiezen. Volgens zijn biograaf Epifanius de Wijze gunt hij het zichzelf niet te sterven. Dan gebeurt er echter een groot wonder dat in de annalen van het klooster is opgetekend: ‘Eens bad onze zeer eerwaarde vader voor de icoon van de Zeer zuivere Moeder Gods van onze Heer Jezus Christus. Toen hij opkeek naar de icoon sprak hij: ‘Gij Zeer Zuivere’. Zo bad hij en hij zong de Akathistos, de lofzang op de allerzuiverste. Nadat hij zijn gebed gedaan had, zette hij zich neer om een weinig uit te rusten en hij sprak tot zijn leerling Michej: ‘Blijf waken, mijn zoon, want een wonderbaarlijk bezoek is ons nog dit uur beschoren’. Nauwelijks had hij dit gezegd of er klonk een stem op: ‘De Allerzuiverste komt’. De heilige hoorde deze roep, stond op en trad buiten zijn cel. Een groot licht viel op de heilige, stralender dan de zon. En hij aanschouwde de Allerzuiverste, stralend in onuitspreekbaar licht en naast haar de beide apostelen Petrus en Johannes. Toen de heilige dit zag viel hij neer, omdat hij het machtige morgenrood niet verdagen kon. Eigenhandig raakte de Allerzuiverste de heilige aan en sprak: ‘Vrees niet’. Dit zei zij en zij werd onzichtbaar. De heilige bleef als in extase liggen’. De Moeder Gods neemt van Sergius zijn abststaf over en stelt hem zo in staat rustig te sterven, want zij zal het abtschap waarnemen totdat een van zijn leerlingen ver genoeg is om abt te worden. Sergius overlijdt in de wetenschap dat zijn klooster in de beste handen is. De leerling die de volgende abt zou worden heet Nikon. De beroemde Triniteitsicoon van Andrej Roebljev werd ter nagedachtenis van Sergej geschilderd.