Marmer is gekristalliseerd of gepolijst kalksteen, gebruikt in de bouw- en beeldhouwkunst. Vooral door het vaak lange tijd in beslag nemende en kostbare vervoer over land was het in de oudheid en in de middeleeuwen een duur materiaal.
Door zijn zachte glans was het een religieus-elitair materiaal, omdat glans verwijst naar een bovenmateriële wereld. Marmer werd toegepast voor het vervaardigen van reliëf-iconen, waarbij het antieke reliëf het voorbeeld was. Reliëf-iconen werden vooral gemaakt in de bloeitijd van het Byzantijnse rijk, de zogenaamde Macedonische renaissance, een tijd waarin het ideaal van de mens vooral van humanistische aard was. Daardoor komt het dat heiligen op de iconen van marmer uit die tijd een innerlijke rust en berusting uitstralen, zoals bij antieke standbeelden.