Ikonen Lexicon

Karin Braamhorst (2004)

Gepubliceerd op 01-03-2017

Encaustiek

betekenis & definitie

Encaustiek (gr. enkaio, enkausis, enkauma, schilderen met was; gr. kausis, het branden) is een oude schildertechniek, waarbij pigmenten en hete was worden vermengd en op een ondergrond worden aangebracht.

Deze techniek werd in de oudste iconen toegepast, voordat eitempera zijn intrede deed. Als beelddrager worden niet alleen allerlei houtsoorten gebruikt, maar ook ivoor, albast, kalksteen, marmer, perkament, leer, glas en linnen. Was is beter tegen lucht bestand dan temperaverven. Bijenwas heeft een smelttemperatuur van 63 – 65 graden en stolt onmiddellijk bij het aanbrengen op de ondergrond. Er moest dus zeer snel en trefzeker gewerkt worden. Met behulp van een soort griffel werd de voortekening in het materiaal gegrift, waarna de verhitte wasverven werden ingestreken. De Griekse schilders vonden een instrumentje uit, een ijzeren staaf met aan de ene kant een kleine lepel, aan de andere kant een spatel met een spitse punt. Hiermee kon, na verhitting in een komfoor, de wasverf zowel worden aangebracht als worden bewerkt. Op die manier ontstonden een prachtig oplichtende, pasteuze verflaag, die bovendien geen beschermlaag nodig had vanwege de conserverende werking van de was. Er ontstonden uitzonderlijk levendige en levensechte portretten met een naturalisme van een bijzondere aard, dat ook te vinden is in de vroege encaustiek-iconen. Gaius Plinius Secundus – hij stierf op 25 augustus 79 tijdens de uitbarsting van de Vesuvius – schreef een ‘Historia Naturalis’, waarin hij een zeer gedetailleerde beschrijving geeft van deze techniek, het Cera Pingere (wasverven). Toen was deze techniek al oud, want in de tweede eeuw voor Christus beschrijft Harpokration dat er encaustiekportretten bestonden van Plato, Pythagoras en Aristoteles.

< >