Gepubliceerd op 05-05-2017

Lenen

betekenis & definitie

Rond lenen en terugbrengen hebben mensen niet dezelfde opvattingen. Als voorbeeld ga ik ervan uit dat iemand van zijn buurman een grasmaaier wil lenen.

Voor Nederlanders is iets willen lenen vaak een lastige situatie, want ze ervaren die grasmaaier als het privé bezit van de ander. Iets te leen krijgen ervaren ze als een gunst. Nederlanders willen niet graag bij elkaar in de schuld staan. Voor traditionele migranten is dat minder een probleem: als de buurman de grasmaaier niet nodig heeft, dan kan een ander die toch even gebruiken? Bovendien schept lenen en uitlenen een band met elkaar en dat wil je.

Het geleende voorwerp moet bij Nederlanders meteen na gebruik worden teruggebracht. Als de lener het nog een dag langer zou willen gebruiken, dan moet dat even apart worden gevraagd. Bij het terugbrengen moet bovendien zeer nadrukkelijk worden bedankt. Mocht de lener vergeten zijn het voorwerp terug te geven dan zal de eigenaar er om vragen en dat vindt de lener volkomen logisch. De lener is dan degene die zich schaamt.

Migranten gebruiken elkaars spullen makkelijker en geven die ook niet zo ‘dwangmatig onmiddellijk’ terug. Migranten bedanken bovendien vaak minder uitgebreid met woorden, vaker geven ze een kleine attentie. Terugvragen zal makkelijker als wantrouwen kunnen worden ervaren alsof de lener van plan was de grasmaaier te behouden. Bij traditionele migranten zou het wel passen om te zeggen: Wat groeit het gras toch hard met dit weer. De lener zal de hint begrijpen en de grasmaaier meteen teruggeven.

Binnen de familie ligt dit alles nog scherper. Familieleden kunnen eigenlijk niet ‘lenen’. Voorwerpen worden vaker ervaren als gezamenlijk bezit. De auto van broer of vriend mag je natuurlijk gebruiken. Die gebruikt jouw auto even vanzelfsprekend ook. Goede vrienden ‘bietsen’ geen sigaret. Wie sigaretten heeft legt die neer voor gezamenlijk gebruik. Wie wil roken rookt. Het woord bietsen veronderstelt een sterk gevoel van privé bezit.