Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Gepubliceerd op 14-03-2019

Maand

betekenis & definitie

Maand - het 12e deel van een jaar. Daar het jaar 365 dagen heeft, zou elke maand precies moeten zijn 30 d. 10 u. 29’ en 4”, doch om ronde getallen te krijgen heeft men eenige maanden op 30 d. en de andere op 31 d. gesteld, uitgezonderd Februari, die 28 d. heeft en in schrikkeljaren 29 dagen. De namen der maanden zijn van Romeinschen oorsprong.