Bauzinsen - Aandeelen in N. V. mogen geen vaste rente dragen.
Verscheidene wetgevingen kennen echter, om utiliteitsreden, eene uitzondering op dat verbod van vaste rente aan de aandeelhouders. Het kan n.l. voorkomen, dat de voorbereidende werkzaamheden, voordat het eigenlijke bedrijf van een N.V. kan worden uitgeoefend, langen tijd in beslag nemen, b.v. bij spoorwegondernemingen. Houdt men daar toch vast aan den regel, geen intrest toe te kennen, dan zullen aandeelhouders gedurende dien tijd van voorbereiding geen vruchten plukken van hun gestort kapitaal, wat natuurlijk de deelneming in dergelijke ondernemingen niet zal bevorderen. Om nu hieraan tegemoet te komen bepaalt b.v. § 215 van het D. H. Q. B. : Für den Zeitraum, welchen die Vorbereitung des Unternehmens bis zum Anfänge des vollen Betriebs erfordert, können den Aktionären Zinsen von bestimmten Höhe bedungen werden; der Gesellschaftsvertrag muss den Zeitpunkt bezeichnen, in welchen die Entrichtung von Zinsen spätestens aufhört. Een dergelijke bepaling vindt men in Art. 43f van ons nieuw Ontwerp op de N. V.
Niet daarentegen in Engeland. Daar is het slechts bij uitzondering toegelaten, bij de Indische Spoorwegmaatschappijen, wanneer het bij het memorandum of association is bepaald.
Dergelijke „bouwrenten” kunnen dan alleen uitgekeerd worden gedurende den tijd, dat de uitoefening van het bedrijf nog niet is aangevangen. Zoodra dus het bedrijf in werking treedt, mogen zij niet meer worden betaald, al is de tijd in de statuten genoemd, nog niet verstreken.