Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Gepubliceerd op 13-03-2019

Bankroet

betekenis & definitie

Bankroet - (zie bankbreuk). Eng. bankrupt, Fr. banquerotte, D. bankerott. Het onvermogen van den bankhouder om zijn schuldeischers te betalen, indien nl. dit onvermogen door eigen schuld is ontstaan m. a. w. geheel afhankelijk van zijn willen is geweest. Het is het gevolg van lichtzinnigheid, traagheid, geldverspilling, windhandel en meerdere oorzaken, handelingen geheel afhankelijk van den wil des koopmans, in tegenstelling van hem, die door omstandigheden buiten zijn schuld genoodzaakt wordt de betalingen te staken, en in staat van faillissement verklaard wordt.