Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

huis: een tegenstander naar - rijden

betekenis & definitie

Een tegenstander helemaal achter zich laten, volledig verslaan.

In de ultieme tijdrit, daar in het Bois de Vincennes, fietste hij Herman Van Springel naar huis. (Stan Lauryssens: De Flandriens. 1973)

Het is na afloop van deze magere ronde niet zo moeilijk om te beweren dat Anquetil zegevierde omdat Gaul en Bahamontes naar huis werden gereden. (Frans Lodewijckx: De grote rondes van Mare Sleen. 1992)