Franse term voor de tijdelijke samenwerking onder renners om de kansen van tegenstanders te breken of om een der betrokkenen de kans te geven de wedstrijd te winnen. Een combine kan voor, maar ook tijdens de wedstrijd aangegaan worden. De reglementen verbieden combines, maar soms ontstaan ze toevallig wanneer twee renners dezelfde tegenstander krijgen. Ze maken dan deel uit van een tactisch manoeuvre. Voor de jury is het dikwijls moeilijk uit te maken of er al dan niet een afspraak werd gemaakt. Combines komen vooral voor bij kermiskoersen en criteriums, waarin de deelname individueel is. Ze zijn, net als doping, even oud als de wielersport zelf. In het begin van de Tour de France deden toprenners al een beroep op de diensten van renners die het alleen op dagsuccessen bekeken hadden. Midden twintigste eeuw regelde de Belgische renner Rik Van Steenbergen tot twee keer toe (1956 en 1957) een combine tegen de opkomende Rik van Looy, met hulp uit eigen rangen. Beide keren met succes! Frans: faire la combine; être en combine: een combine vormen, smeden. Vgl. in de slag zitten; een slaggie maken.
Mac Bolle trok er uit, maar de microob der kombine sloop in een andere gedaante binnen. En ze heeft aan den boom der Six Days gevreten, tot hij heelemaal vermolmde en moest geveld! (Karel Van Wijnendaele: Het rijke Vlaamsche wielerleven.1943)
De man in de straat neemt in verband met kermiskoersen het liefst woorden in de mond als ‘betalen’ en ‘combine’. (Freddy Maertens. Niet van horen zeggen. Opgetekend door Manu Adriaens. 1988)