Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 11-06-2019

Megalopolis

betekenis & definitie

Megalopolis - Μεγάλη πόλις, Μεγαλόπολις, stad in het Z. van Arcadia, in 371 door Epaminondas gesticht als grensvesting tegen Sparta en kunstmatig bevolkt met de inwoners van bijna veertig naburige plaatsen, zoodat het tusschen 60- en 70000 inwoners telde. Later trad de stad tot het achaeïsch verbond toe (zie Lydiadas), doch werd in 226 door Cleomenes van Sparta ingenomen en verwoest. Ofschoon zij binnen weinige jaren herbouwd werd, kwam zij toch niet meer tot bloei, maar verviel meer en meer.

Megalopolis was de geboorteplaats van Philopoemen en Polybius.