Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Harpalus

betekenis & definitie

Harpalus - Ἅρπαλος, 1) Macedoniër, leefde langen tijd aan het hof van Philippus, werd om onbekende redenen verbannen, doch door Alexander d. G. teruggeroepen en tot schatmeester aangesteld. In die hoedanigheid volgde hij Alex. naar Azië, doch moest in 332 wegens een of ander vergrijp vluchten; hij keerde echter terug, toen de koning hem volledige vergiffenis geschonken had.

Te Babylon, waar hij het beheer over onmetelijke schatten had, gaf hij zich gedurende Alex.’s tocht naar Indië aan buitensporige weelde over, zoodat hij bij diens terugkomst het raadzaam achtte te vluchten; met 5000 talenten en 6000 huurlingen ging hij naar Athene, om zijn geld en zijne troepen voor een oorlog tegen Alex. aan te bieden. De Atheners wezen hem eerst af, later ontvingen zij hem echter (z. Demosthenes), maar toen Antipater hem opeischte, nam hij de vlucht naar Taenarum en van daar naar Creta, waar hij vermoord werd.—2) grieksch sterrenkundige, die reeds vóór Meton pogingen deed den griekschen kalender te regelen.