Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Demēter

betekenis & definitie

Demēter - Δημήτηρ, Ceres, dochter van Cronus en Rhea, godin van den akkerbouw, van de geheele plantenwereld en vooral van het koren, die de goede gaven der aarde doet opkomen (Ἀνησιδώρα). Zijzelve had op vele plaatsen de menschen leeren zaaien en ploegen en had later door Triptolemus (z.a.) de kennis daarvan over de geheele aarde doen verbreiden. Daardoor was zij de oorzaak geworden, dat de menschen hun vroeger zwervend leven vaarwel zeiden en zich tot staten en eene geordende maatschappij vereenigden; zij is daarom ook de godin van wet en orde (Θεσμία, Θεσμοφόρος) en van het huwelijk.

Dikwijls wordt zij als de vruchtbare aarde zelve beschouwd en daarom somtijds voor dezelfde gehouden als Gaea of Rhea; ook haar naam werd door sommigen als Γῆ μήτηρ verklaard. Zij is een van de oudste grieksche godheden en werd reeds door de Pelasgen vereerd (Πελασγίς), in lateren tijd raakte haar dienst bij de dorische volken meer op den achtergrond. Zij was bij Zeus moeder van Persephone, bij Poseidon van het paard Arīon, en bij Iasion van Plutus. De voornaamste mythus van Demeter heeft betrekking op het zoeken en vinden van hare door Hades geroofde dochter Persephone (z.a.), bij verscheiden groote feesten te harer eere gevierd, vooral bij de eleusinische mysteriën, werd deze mythus in herinnering gebracht, waarbij men, naar het schijnt, symbolisch zeker verband zocht aan te toonen tusschen het jaarlijks afsterven en herleven der natuur en het herleven van ’s menschen ziel na den dood.—Men offerde aan Dem. runderen, zwijnen, vruchten en honig; de korenaar, de papaver, alle vruchtboomen, de pijnboom en de olm zijn aan haar gewijd.

Hare afbeeldingen gelijken veel op die van Hera, echter heeft haar gelaat eene zachtere, minder strenge uitdrukking; gewoonlijk heeft zij een krans van korenaren om het hoofd en een korf met vruchten of de mystische fakkel in de handen.