Gepubliceerd op 26-09-2017

Salii, Saliërs

betekenis & definitie

Salii, Saliërs - Salische priesters. Zij vormden twee priestercolleges van elk twaalf leden uit de stand van de patricii. De twaalf salii palatini waren priesters van Mars in een heiligdom op de Palatinus, de twaalf salii collini of agonenses waren de priesters van Quirinus in een heiligdom op de Quirinalis. Op 19 maart van elk jaar hielden de salii palatii een optocht al dansend (vandaar hun naam) door Rome ter ere van Mars, de salii collini deden dit op 19 oktober ter ere van Quirinus. Voor Mars heette het feest Quinquatrus, voor Quirinus was het Armilustrium. In deze dans-optocht trokken de priesters naar verschillende plaatsen met veel lawaai door het slaan met lansen op de heilige schilden van Mars (ancilia), bij het zingen van hun religieus lied, het Carmen saliare, in een archaïsche taal, die door vrijwel niemand meer begrepen werd in de laatste eeuw van de Republiek. Daarbij gingen de priesters gekleed in een oude militaire klederdracht, puntmuts, vuurrode mantel, metalen harnas en met schild en lans.

In de klassieke periode eindigde het feest, dat duurde van 1 tot 24 maart, met een groot banket, bijgewoond door de twee groepen van salii samen. Het Carmen saliare was opgesteld in saturnische versmaat en waarschijnlijk aanvankelijk bedoeld om de kwade geesten te verdrijven en de vruchtbaarheid over het graangewas af te smeken.