Protagoras van Abdera - Grieks sofist (ca. 485-415 v.C.). Hij werd geboren te Abdera aan de Thrakische kust en trok als sofist door Griekenland doch verbleef vooral te Athene waar hij de vriend van Perikles werd. Door deze laatste werd hij belast met de opvoeding van diens beide zonen. Ook kreeg hij de opdracht een grondwet op te stellen voor de Panhelleense kolonie Thurioi in Zuid-Italië. Zo schiep hij daar een gematigde democratie. Aangeklaagd wegens goddeloosheid vluchtte hij naar Sicilië, doch leed schipbreuk en kwam om in 415 v.C. Protagoras is de meest ‘filosofische’ sofist. Hij schreef verscheidene werken waarvan slechts fragmenten bewaard zijn gebleven. Waarheid of de Nederwerpenden begint met de beroemde woorden: ‘De mens is de maat van alle dingen, van de zijnden dat ze zijn, van de niet-zijnden dat ze niet zijn’ (de Homomensuraleer). Dus een volledig relativisme. Met dingen bedoelde hij ‘kwaliteiten’. Er bestaan alleen waarnemingen, maar deze verschillen van mens tot mens, en zoals ze de waarnemer op elk ogenblik voorkomen.
Niets is absoluut waar. De ziel wordt dan het geheel van waarnemingen door dezelfde mens. Dit relativisme vulde hij aan met een pragmatisme: alleen wat nuttig is, heeft een positieve betekenis. In zijn werk Over de goden belijdt hij een consequent agnosticisme: ‘Over de goden kan ik niets weten, noch dat ze zijn, noch dat ze niet zijn, noch hoe ze er uitzien, want vele dingen staan deze kennis in de weg: de onduidelijkheid (van de zaak zelf) en de kortheid van een mensenleven.’ In Over de begintoestand formuleerde hij een filosofie over het ontstaan van cultuur en staatsgemeenschap: de mensen leven bijeen uit zelfverdediging tegen de wilde dieren. Daartoe hebben ze wetten nodig. Zeus gaf de mens daarom de aidos (eerbied, eergevoel) en de dikè (rechtsgevoel). In Antilogieën (‘Tegenspraken’) zegt hij dat over elke zaak twee opvattingen bestaan, die tegenover elkaar staan, dus de typisch sofistische mode om twee tegengestelde opvattingen te kunnen verdedigen. Protagoras was sterk geïnteresseerd in de formele vorming tot de welsprekendheid.
Er kan nog op gewezen worden dat men Protagoras kan beschouwen als de grondlegger van de wetenschappelijke grammatica, omdat hij als eerste de woordgeslachten, tijden en wijzen onderscheidde.