Gepubliceerd op 20-09-2017

Neoplatonisme

betekenis & definitie

Neoplatonisme - Laatste wijsgerig systeem van de Grieks-Romeinse oudheid, ontstaan in de 3e eeuw n.C. Deze leer sluit o.a. sterk aan bij Philoon Judaeus (zie Philoon van Alexandrië).

De grondslagen werden gelegd door een zekere Ammonias Sakkas (‘zakkenmaker’, ca. 175-242 n.C.), een vrij onbekende persoonlijkheid, van wie we weten dat hij een afvallig christen was en vele leerlingen had. De grootste van deze leerlingen was Plotinos (204-269 n.C.), geboren te Lykopolis in Egypte, die in Alexandria gestudeerd had. In 242 nam hij deel aan een (mislukte) krijgstocht van keizer Gordianus III tegen de Parthen. Hij kwam terecht in Rome, waar hij veel sympathie verwierf en succes genoot, o.a. bij keizer Gallienus. Zijn leerling Porphyrios klasseerde zijn geschriften in zes reeksen van negen boeken, die daarom Enneaden worden genoemd. Zijn leer bevat elementen van Plato, het pythagorisme en waarschijnlijk ook oostersmythische elementen. De kern van Plotinos’ leer is een radicaal en consequent dualisme tussen god en de stof. Plotinos spreekt van het Ene, om de ontologische eenheid van God te beklemtonen. Het Ware Zijn bevat drie trappen (hypostaseis): het Ene is de hoogste, daaronder staat de Geest (nous, het denken); de laagste trap is de Ziel (psychè). De materie is een emanatie van het Ene, en wordt de stoffelijke wereld, wanneer zij als Psychè een vorm krijgt. Iets positiefs zeggen over het Ene is onmogelijk: onze woorden schieten tekort. Ook in de mens heerst een streng dualisme: de mens heeft een Geest, en daaronder staat de Ziel, die gekluisterd is en door de extasis (d.w.z. een zelfverheffing uit het lichaam, de materie) tot een directe aanschouwing van het Ene moet komen. Dit is de mystiek zoals die in het middeleeuwse christendom eveneens bekend was en beoefend werd. De ethiek is weinig uitgewerkt in een praktische vorm, en steunt vooral op de ascese. De oude mythologische godheden kregen hun plaats in dit systeem, door uit te gaan van allegorische verklaringen. Na Plotinos kende het neoplatonisme nog enke1e eeuwen lang succes, maar splitste zich in enkele scholen. Naast de zgn. Egyptische School van Plotinos en Porphyrios onderscheidt men: de Syrische School met Iamblichos; de School van Pergamon met Iulianus (de Afvallige); de School van Athene met Proklos, Marinos en Damaskios. Deze school werd in 529 n.C. door keizer Iustinianus gesloten. De School van Alexandria betekende eigenlijk een overgang naar het christendom. Deze school was minder religieus-wijsgerig, dan wel wetenschappelijk, een traditie overgenomen van het Mouseion van de stad. Zie Bibliotheek.