Gepubliceerd op 20-09-2017

Mercurius

betekenis & definitie

Mercurius - God van de handel. Vóór de gelijkschakeling van Mercurius met de uit Griekenland geïmporteerde Hermes, wiens mythologische verhalen en attributen eveneens werden opgenomen, was hij de beschermende godheid van de handel en meer bepaald van de handel in granen. De oorspronkelijke betekenis van Mercurius is uit zijn Latijnse naam af te leiden (merx, koopwaar, mercatura, koophandel); Mercurius was dus de godheid van de koophandel en werd afgebeeld met een geldzak. In 495 v.C. kreeg hij de graaninvoer toevertrouwd en men bouwde hem een tempel in de nabijheid van die van Ceres. Terzelfder tijd werd een handelsbeurs gesticht en een koopmansgilde, collegium mercatorum, waarvan de Mercuriales de leden waren. De 15e mei werd hem ter ere een feest gehouden, dat terzelfder tijd ook voor zijn moeder Maia bestemd was. Na de hellenisering beschouwden de Romeinen hem ook als boodschapper van Iupiter en geleider van de zielen. Volgens sommige bronnen was hij de vader van de Lares en beschermer van de wegen en dus ook van de reizigers. Gewoonlijk werd Mercurius afgebeeld als een veeleer droefgeestig gestemde en tedere jonge man, met in de rechterhand de caduceus (staf met vleugels) en de reizigershoed op het hoofd.

Nawerking: Mercurio e Marte (1926), muziekdrama door de Italiaanse componist Claudio Monteverdi (1567-1643); Amphitryon 38 (1938), toneel door de Franse literator Jean Giraudoux (1882-1944).