Kallimachos - Grieks grammaticus (tussen 310 en 240 v.C.). Hij was geboren in Kyrene, Noord-Afrika, studeerde in Athene en vestigde zich in Alexandria als leraar in de grammatica, waar hij verbonden was aan de Bibliotheek, het Museion, onder Ptolemaios I. Daar werd hij de grondlegger van de Alexandrijnse cultuur en poëzie. Hij oefende grote invloed uit op de algemeen gehuldigde geestesgesteldheid aan het koninklijke hof, zonder blijkbaar de bestuurder van de bibliotheek of de privé-leraar van de prinsen te zijn geweest. Ook onder Ptolemaios II en Arsinoë was hij een invloedrijke persoonlijkheid. Hij hield niet van omvangrijk werk, waardoor het conflict met zijn leerling, Apollonios van Rhodos, ontstond. Hij verkoos weinige verzen, maar gepolijst en fijn afgewerkt.
Als dichter, geleerde en verzamelaar van handschriften (vooral onder Ptolemaios II) heeft hij reuzenwerk verricht.
Zijn werken in proza waren de Pinakes en de Hypomnèmata. De Pinakes is een catalogus (120 boeken) van de bibliotheek van Alexandria, omvattend de lijst van de aanwezige boeken, met titel, auteursnaam en datum van ontstaan en omvang van de verschillende werken uit alle literaire richtingen. De Hypomnèmata is een verzameling van al het wonderbare en opvallende, het merkwaardige in de natuur, de kunst, de geschiedenis en de aardrijkskunde, waardoor hij grote invloed uitoefende op het latere research werk. Voorts schreef hij poëzie, waarbij hij vooral uitblonk in de epigrammata. Zijn Hymnen op Zeus, Apollo, Artemis zijn bewaard gebleven. De epigrammata (waarvan er 64 zijn bewaard) waren grafschriften, klein- kunstgedichten bijzonder geschikt voor de uitdrukking van persoonlijke gevoelens en gedachten, schetsen van verliefden enz. Van zijn elegieën jamben, liederen is het beroemdste werk de Aitia, 4 boeken in elegische vorm, met een reeks van oorsprongssagen uit de plaatselijke religieuze traditie. Het epyllion Hekale is een klein epos uit de sage van Theseus. Kallimachos heeft door de aard en de omvang van zijn werk eveneens grote invloed uitgeoefend op Romeinse dichters als Ovidius en Catullus.
