Helios - (Lat.: Sol) De stralende Zonnegod, zoon van Hyperion en Theia, dus broeder van Eos en Selènè. In de vroege morgen reed Helios op zijn zonnewagen, gestegen uit de Okeanos, en getrokken door vier sneeuwwitte paarden, langs de hemel tot hij ’s avonds weer in het Westen in zee verdween.
Helios werd vooral vereerd in Korinthos en op Rhodos. Bij de ingang van de haven van Rhodos werd voor hem in 280 v.C. een kolossaal, 30 m hoog koperen beeld opgericht, de Kolossos van Rhodos, één van de zeven wereldwonderen.
De haan was hem bijzonder toegewijd, doch de offers hem ter ere waren meestal witte rammen. Volgens de epische gedichten was Helios een godheid, die alles hoorde en zag. Daarom werden meestal bij Helios de eden gezworen.
Helios was de echtgenoot van Perseis, wier kinderen een belangrijke rol in vele legenden spelen, o.a. Aietes met de Argonauten, en Pasiphaè met Minos van Kreta. Bij de nimf Rhodos had Helios zeven zonen en bij Klymène zeven dochters, de Heliaden, en één zoon Phaëton.
Nawerking: Helios, symfonisch gedicht door de Vlaamse componist Lodewijk Mortelmans (1868-1952).