Gracchus, Gaius Sempronius - Romeins volkstribuun (2e eeuw). Hij was de 9 jaar jongere broer van Tiberius, was nog begaafder en wilskrachtiger, en vooral een knapper redenaar en een handiger politicus. Daarom was hij in het college van drie opgenomen om de gewijzigde wetgeving inzake grootgrondbezit door te voeren.
Na de dood van Tiberius Gracchus in 133 hield hij zich zoveel mogelijk op de achtergrond en liet gedachten en maatregelen verder op het volk inwerken. In 126 v.C. werd hij als quaestor naar Sardinië gestuurd, een maatregel waardoor de senaat hoopte hem van het politieke toneel in Rome verwijderd te houden. Trouwens, er werd hem geen opvolger gezonden, zodat aan zijn ambtstermijn feitelijk geen einde werd gemaakt. In 123 kwam hij eigenmachtig naar Rome terug. Hier werd hij als tribunus plebis gekozen. Door zijn ‘korenwet’ won hij de gunst van het volk. Hij liet het graan tegen zeer lage prijs verkopen (zie Lex Sempronia frumentaria). De tegenstand van de adel hoopte hij te breken of te beperken door aan de senatorenstand de bevoegdheid om als jurylid in de rechtbanken te zetelen te ontnemen en aan de ridderstand (zie equites) te geven (zie Lex Sempronia iudiciaria). De agrarische wet van zijn broeder Tiberius vulde hij aan door zijn lex Sempronia de coloniis, en hij zorgde derhalve voor de stichting van koloniën, vooral in Afrika, o.a. Carthago. Tenslotte stelde hij ook voor het Romeinse burgerrecht aan de bondgenoten te verlenen.
Om zijn populariteit te breken deden de optimates weer een beroep op diens collega, M. Livius Drusus, die nog gunstiger maatregelen voor het volk voorstelde. Zo werd Gaius Gracchus niet meer als volkstribuun voor 121 v.C. gekozen, want het lichtgelovige en wispelturige volk was al te gemakkelijk te beïnvloeden. De optimates hadden de handen vrij om tegen Gaius Gracchus op te treden. Zijn wetten werden opgeschort en consul L. Opi- mius riep de optimates te wapen.
Gaius Gracchus verschanste zich op de Aventinusheuvel samen met zijn getrouwe aanhangers. Hij moest evenwel vluchten en liet zich door een slaaf het leven benemen bij het Lucus Furri- nae op de Ianiculus. Bij duizenden werden zijn aanhangers uitgemoord.
Nawerking: Caius Gracchus (première 1792), tragedie door Marie-Joseph Chénier (1764-1811); Caio Gracco (1800, première 1802), tragedie door de Italiaanse auteur Vincenzo Monti (1754-1800); Caius Gracchus (1815), tragedie door de Ierse auteur James Sheridan Knowles (1784-1826); Caio Gracco (1720), opera door de Italiaanse componist Leonardo Leo (1694-1744); Les Gracches (1958), onafgewerkt toneelstuk door de Franse auteur Jean Giraudoux (1882-1944).