Gepubliceerd op 14-09-2017

Etruskisch

betekenis & definitie

Etruskisch - Taal gesproken en geschreven door de Etrurii. De taal blijft een van de grootste en meest intrigerende problemen van de Europese taalkunde. Daarentegen vormt het schrift geen enkel probleem, omdat het ontleend is aan de Grieken, meer speciaal de Griekse koloniën uit Magna Graecia.

Het oudste document dateert uit de 7e eeuw v.C. en is een ivoren schrijftafeltje, ontdekt te Marsilia na d’Albenga. Het bevat het volledige Etruskische alfabet. Het oudste alfabet telt 26 letters, waarvan 5 vocalen; het klassieke telt er 23, waarvan 4 vocalen, terwijl in de latere periode het aantal letters verminderd was tot ca. 20. Het langste document is een liber linteus, bewaard te Zagreb, een in stukken getrokken mummiewindsel, dat ongeveer 1500 woorden bevat. De tekst is ongetwijfeld een ritueel. Niettegenstaande vele andere documenten, b.v. veel opschriften, is men er nog niet in geslaagd de taal op een ernstige manier te interpreteren, en nog minder te rangschikken, omdat vooral de tweetalige documenten te klein en te onbelangrijk zijn. Hun naam zelf (zij noemden zichzelf Rasenna) is onverklaard. Wel kennen we enkele woorden die betrekking hebben op begrippen uit de dagelijkse omgang, b.v. clan (zoon), sec (dochter), nefts (kleinzoon), lavtn (familie), avil (jaar), tiv (maand), een reeks godennamen, verder asoi (goden), gapos (voertuig), damnos (paard), en de namen van enkele maanden zoals vulcinatus (juni), traneus (juli), ermius (augustus), celius (september), chosfer (oktober). Doch deze woorden kunnen ons niet helpen om een Etruskische tekst werkelijk te begrijpen.

Evenmin is men er in geslaagd de taal te classificeren, wat ook een klaarder licht zou werpen op de oorsprong van het volk zelf. De beste aanknopingspunten schijnen ons te voeren naar het Nabije Oosten.

Geen enkele hypothese (geen enkele taal is de laatste eeuwen zo veelvuldig bestudeerd) heeft tot nog toe stand kunnen houden.

Tenslotte zij opgemerkt dat de taal nog werd gesproken in de 2e eeuw n.C., zoals Aulus Gellius ons bericht. Keizer Claudius gebruikte ongetwijfeld Etruskische archieven om zijn Tyrrhenika, een Etruskische geschiedenis, samen te stellen.