Di Novensides - Nieuwe goden. Hierbij werd een onderscheid gemaakt tussen de goden van Italische herkomst, de goden van Griekse herkomst en de goden van niet-Griekse herkomst.
Van Italische herkomst waren: Diana, Minerva, Herculus, Venus, Fortuna, Dioskouroi (Castor en Pollux), Vortumnus, Ferionia.
Van Griekse herkomst waren: Apollo, Ceres, Liber en Libera, Mercurius, Aesculapius, Dis Pater en Proserpina, Orcus, Sol en Luna, Magna Mater (zie Kybelè).
De belangrijkste van niet-Griekse, vreemde oorsprong, de Di Peregrini, waren: Ma uit Kappadokië, gelijkgesteld met Bellona; Isis en andere Egyptische goden; de Syrische Atargatis, Baal en Sol Invictus; de Perzische Mithras; de Dea Caelestis van Carthago. De eredienst van deze goden en godinnen is eigenlijk steeds vreemd gebleven in Rome en werd bijgevolg waargenomen door uitheemse priesters. Dit onderscheid verdween pas in de 3e eeuw n.C., nadat keizer Caracalla het burgerrecht aan alle vrije inwoners van het rijk had verleend.