Consilium principis - Raadgevend lichaam door keizer Augustus in het leven geroepen.
Aanvankelijk had dit nieuwe lichaam nog geen officieel karakter. Naar willekeur riep de keizer zijn amici en comites samen om eventueel over aangelegenheden, die hij zelf naar goeddunken voorlegde, te handelen. Hoewel zijn rol gelijkaardig was aan die van de senaat, bezat het geen wetgevende macht. Naast het consilium stelde de princeps officieel een senatoriale commissie samen van 15 senatoren en enkele magistraten, waaraan bij gelegenheid uitzonderlijke machten werden verleend. Haar beslissingen kregen kracht van wet ook zonder stemming in de senaat. Onder Tiberius werd het consilium principis een orgaan met regelmatige vergaderingen. Keizer Claudius bracht de eerste hervorming aan in het consilium principis. Hij riep zijn vrijgelatenen en procuratores van de keizerlijke domeinen bijeen en, hoewel dezen tot dan toe slechts een ondergeschikte rol hadden gespeeld, traden zij sindsdien op in de functie van ministers. Meer en meer nam het administratief en gerechtelijk personeel deel aan het consilium principis. De leden werden door de keizer benoemd na een investituur vanwege de senaat. Zij werden vooral belast met de voorbereiding van de wetgeving en de rechtspraak. Bovendien berustte bij deze raad de interpretatie van de wetten. Geleidelijk raadpleegde de keizer de raad voor alle vraagstukken van algemeen bestuur. Diocletianus hervormde het consilium principis grondig. Uit de fusie van consilium en de scrinia van de kanselarij ontstonden vier consilia sacra, respectievelijk verbonden aan de twee Augusti en de twee Caesares (tetrarchia). De beginselen, die deze reorganisatie voorzaten, waren de aanwas van het administratief personeel, verder doorgedreven specialisatie van arbeid en besnoeiing van de invloed van de macht van de praefecti praetorio. Er ontstond een neiging deze consilia consistorium te noemen, door het feit dat de samengeroepen leden de vergaderingen in aanwezigheid van de keizer staande bijwoonden. Nu werden de leden naar willekeur van de keizer benoemd voor een bepaalde tijd. Ze kregen de naam van a consiliis. Zie Consistorium, Scrinium.