Gepubliceerd op 12-09-2017

Claudianus, Claudius

betekenis & definitie

Claudianus, Claudius - Laatste belangrijke Latijnse dichter (ca. 370-ca. 404 n.C.). Hij was een Griek, geboren in Alexandria. Als beschermeling van Stilicho, de grote generaal van keizer Honorius, kwam Claudianus naar Rome. Hier verbleef hij van ca. 395 tot aan zijn dood in ca. 404 n.C.

Claudianus schreef gedichten in het Grieks, doch beheerste ook het Latijn perfect. Als zodanig werd hij de hofdichter en schreef hij een aantal panegyrici in hexameters op de jonge keizer Honorius, op Stilicho en enkele ministers; doch ook invectieven op hun vijanden en tegenstanders, o.a. In Rufinum en In Eutropium (over gunstelingen van Arcadius, Honorius’ broeder in Constantinopel en persoonlijke vijanden van Stilicho). Daarbij componeerde hij epische gedichten over de oorlog tegen de Goten (De Bello Getico) en tegen de usurpator in Africa, Gildo (De Bello Gildonico), die in feite lofdichten op Stilicho zijn.

Bekend is ook het onvoltooide mythologische gedicht in drie boeken; De Raptu Proserpinae. Ten slotte schreef Claudianus nog een hele reeks kleinere gedichten, idyllen, epigrammen, elegieën enz. over de meest uiteenlopende onderwerpen.

Zijn grotere gedichten tonen een grote geestdrift en waardering voor het Romeinse Rijk, een doorwrochte techniek en een harmonieuze dichtersgave met visionaire inslag, die ook het wapen van de ironie kon hanteren, doch hier en daar de smet van de retoriek draagt.

Hij was de laatste echt klassieke dichter, wiens oeuvre een belangrijke bron voor de historiografie van de 4e en 5e eeuw n.C. is.

< >