Er zijn tegenwoordig machines die in staat zijn ingewikkelde berekeningen te maken: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en nog moeilijker. Ze doen dat sneller dan het menselijke brein en als ze goed in orde zijn doen ze het zonder één enkele fout te maken.
Zulke machines worden rekenmachines genoemd.Op de meeste kantoren zijn tegenwoordig eenvoudige rekenmachines in gebruik. Ze zijn meestal kleiner dan een schrijfmachine en worden in de wandeling ‘telmachines’ genoemd. Er zijn echter ook elektronische rekenmachines, die zo groot zijn als een kamer. Deze apparaten bestaan vaak uit duizenden radiobuizen en worden met een Engels woord ‘computers’ genoemd. Eén zo’n machine kan in één uur een probleem oplossen, waarvoor een mens tien jaar nodig zou hebben! Het bestaan van deze machines maakt de rekenles op school overigens niet overbodig. Voor ‘dagelijks gebruik’ zullen ook wij op ons eigen rekentalent moeten blijven vertrouwen.
Niet alleen, omdat een ‘zakcomputer’ nog uitgevonden moet worden - maar ook, omdat een rekenmachine van enig formaat al gauw zo’n drie, vier miljoen gulden kost. Té kostbaar dus om ze voor eenvoudige optelsommetjes te gebruiken.