Een labyrint is een bouwkundig patroon van onregelmatig geplaatste en gevormde elementen, die een netwerk van wegen vrijlaten, waarin het uiterst moeilijk is de weg te vinden. De uitgestorven beschaving op Kreta stond bekend om haar labyrintvormig gebouwde paleizen en tuinen.
Toen de Grieken op Kreta terecht kwamen, stonden ze verbijsterd en ze omgaven de labyrinten met een legende. Volgens die legende leefde op Kreta eens een reusachtig monster, de Minotaurus, dat zich voedde met mensenvlees. Het gedrocht leefde in een spelonk, die slechts te bereiken was via een labyrint, dat de Kretenzer koning Minos had laten bouwen door zijn hofarchitekt Dadalus. Elk jaar werden er jonge mensen geofferd om de honger van de Minotaurus te stillen. Op een keer echter mengde Theseus zich tussen de slachtoffers: de zoon van de koning van Athene. Hij versloeg de Minotaurus en slaagde er zelfs in de weg door het labyrint terug te vinden.
Dat had hij te danken aan Ariana, de dochter van koning Minos. Ze was verliefd op Theseus en hield aan de buitenzijde van het labyrint de wacht . . . met een draad, die door haar geliefde steeds verder werd ontrold naarmate hij het labyrint binnendrong.