Rudyard (1865 - 1936) Nagenoeg alle kinderen ter wereld (en niet alleen kinderen!) kennen wel iets uit de werken van de Engelse schrijver Rudyard Kipling. Velen zullen een van zijn twee ‘Jungleboeken’ gelezen hebben, waarin de geschiedenis wordt verteld van de jongen Mowgli, die in het oerwoud leeft en als vrienden slechts de wilde dieren uit het bos heeft.
En wie kent Sheetah niet, de zwarte panter of Rikki-Tikki-Tavi, de dappere mangoeste?Rudyard Kipling werd als zoon van een Engelse tekenleraar geboren in Bombay (India). Zijn inlandse kindermeisjes vertelden hem de Indiase dierenverhalen, die de moeders uit dat land ook hun kinderen plegen te vertellen. Toen de jongen zes jaar werd, zond zijn vader hem naar Engeland om daar op school te gaan. Rudyard werd echter ernstig ziek; pas vijf jaar na zijn aankomst kon hij naar de eerste klas. Toen hij de lagere school had afgemaakt, mocht hij van zijn ouders kiezen tussen de middelbare school en de terugkeer naar India. Kipling koos het laatste en vertrok naar Lahore, waar zijn vader inmiddels museumdirecteur was geworden.
In Lahore ging Kipling bij een krant werken, die verscheidene van zijn gedichten en korte verhalen publiceerde. Kipling, die trouwde met een Amerikaanse en enkele jaren in de Verenigde Staten leefde voor hij zich voorgoed in Engeland vestigde, schreef voor zijn eigen kinderen het ‘Jungleboek’ en het Tweede Jungleboek’ en publiceerde daarnaast bekende boeken als ‘Dappere veldheren’, ‘Zo maar wat verhalen’ en ‘Kim’. Voor oudere lezers schreef hij o.m. ‘De Maltezer Kat’ en ‘Bruggenbouwers’.