Jute is een tropische plant, waarvan een bepaalde textielsoort gemaakt wordt en die vooral wordt verbouwd in de bevloeide landstreken van India en Pakistan. De wetenschappelijke naam van de plant luidt ‘corchorus capsularis’ en er bestaan vier soorten van.
De juteplant kan drie meter hoog worden; heeft ovale bladeren en draagt in de bloeitijd gele bloemen.Voordat jute in de vorm van weefsel naar alle delen van de wereld geëxporteerd wordt, ondergaat de plant in het land van herkomst een bewerking, die overeenkomt met die van vlas. De plant wordt ‘geroot’, d.w.z. de vezels worden door middel van een speciaal bewerkingsproces gescheiden van het houtachtige gedeelte van de stengel. Die vezels worden later in de zon gedroogd. Voorzover ze niet meteen tot weefsels verwerkt worden, gaan ze in grote geperste pakken naar hun land van bestemming.
In tegenstelling tot vlas laat jute zich niet tot ‘fijne’ vezels verwerken. Wel is de jutevezel betrekkelijk sterk; hij wordt meestal verwerkt tot verpakkingsmateriaal, behang, etc. In speciale gevallen wordt jute wel eens gebruikt voor het bekleden van meubels en voor het vervaardigen van bepaalde vloerbedekkingen. Soms worden jutevezels vermengd met andere garens en vervolgens tot weefsels verwerkt.