(Adriaan Dedel) 1459-1523. Onder de vele Pausen, die na Petrus aan het hoofd hebben gestaan van de roomskatholieke kerk, bevindt zich slechts één Nederlander: Adriaan Dedel, die als Adrianus de Zesde de kerk bestuurde van 1522 tot 1523.
Adrianus de Zesde werd in maart 1459 geboren in Utrecht. Hij ontwikkelde zich tot een bekend theoloog (godgeleerde), kreeg een belangrijke functie aan de universiteit van Leuven en werd als gevolg daarvan aangesteld tot leraar van de Spaanse kroonprins, die later als Karel V de troon besteeg. Koning Karel beloonde de diensten van zijn leraar door hem in 1516 te benoemen tot inquisiteur-generaal van Aragon en in 1517 werd de Nederlander door paus Leo X benoemd tot kardinaal.Als lid van het college van kardinalen werd Adriaan Dedel op 9 januari 1522 tot paus gekozen. De grote scheuring in de kerk, die bekend staat als de Reformatie, had toen juist plaatsgevonden en Adrianus de Zesde was een van de eerste pausen, die het als zijn bijzondere taak zag bepaalde mistoestanden binnen de rooms-katholieke kerk (deze hadden tot de Reformatie geleid) te bestrijden. Hij was daartoe met een heilige ijver bezield - maar hij kreeg geen kans zijn plannen uit te voeren. Op 14 september 1523, nog geen twee jaar na zijn pauskeuze, overleed hij - de enige Nederlandse priester, die ooit tot het hoogste ambt in zijn kerk werd uitverkoren.