Definities van Gevleugelde woorden in de Ensie W
- Waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over
- Waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over. MATTHEÜS 12 vers 34. LUCAS 6 vers 45
- Waar liefde woont, gebiedt de Heer den zegen
- Waar Maas en Waal te zamen spoelt
- Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn
- Waar werd oprechter trouw
- Wachter, wat is er van den nacht?
- Waer werd opreghter trou
- Wanneer de berg (bergen) niet tot Mohammed komt (komen), dan zal Mohammed tot den berg (de bergen) gaan
- Wanneer de godheid iemand kwaad bereiden wil, dan krenkt zij eerst zijn geest
- Wanneer het water stille staet
- Want alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat hij zijnen eeniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leve hebbe
- Want veel te pogen zonder raad
- Want waarheid (dat 's al oud) vindt nergens heil nog heul
- Ware ik Alexander niet, ik zou wenschen Diogenes te zijn
- Was du ererbt von deinen Vätern hast
- Was glänzt ist für den Augenblick geboren
- Was ist der langen Rede kurzer Sinn?
- Was man nicht weiss, das eben brauchte man
- Wat baat het een mensch, zoo hij de geheele wereld gewint, en hjj lijdt schade aan zjjne ziel?
- Wat buigt gij u neder, o mijne ziel, en zljt onrustig in mij ?
- Wat buigt, breekt niet
- Wat een mensch zaait, zal hij ook maaien
- Wat God vereent, wil ik niet scheiden
- Wat ik geschreven heb, dat heb ik geschreven
- Wat is toch rijkdom? Wat is eer?
- Wat is waarheid?
- Wat op ’s harten grond leit, dat welt me naar de keel
- Wat wij wenschen, willen, streven
- Wat zich als stichtelijk aan komt melden
- Wat ziet gij den splinter, die in het oog uws broeders is, maar den balk, die in uw oog is, merkt gij niet! MATTHEÜS 7 vers 3
- Weent met de weenenden
- Wees vlaamsch in uwe spraak en vlaamsch in uwe zeden
- Wees vlaamsch van hert en vlaamsch van aard
- Weest voorzichtig gelijk de slangen en oprecht gelijk de duiven
- Weest vroolijk, maar werkt door
- Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt
- Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddeloozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters. PSALM I vers I
- Welkom, lieve kleine zus!
- Welzalig hij, die in der boozen raad
- Wenn Damen aus einander gehn
- Wenn ihr ’s nicht fühlt, ihr werdet ’s nicht erjagen
- Wenn jemand eine Reise tut
- Wenn Menschen auseinander gehn
- Wer gar zu viel bedenkt, wird wenig leisten
- Wer lacht da?
- Wer nicht liebt Wein, Weib und Gesang
- Wer nie sein Brot mit Tränen ass
- Wer niemals einen Rausch gehabt
- Wer sich der Einsamkeit ergibt
- Wer über gewisse Dinge den Verstand nicht verliert, der hat keinen zu verlieren
- Wer vieles bringt, wird manchem etwas bringen
- Werken der duisternis
- Werken en denken en leeren is leven
- Werken in het zweet des aanschijns
- Werken zoolang het dag is
- Werkt uwe eigene zaligheid met vrees en beven
- Werpt uwe paarlen niet voor de zwijnen
- What’s in a name? that which we call a rosé
- When Britain first, at Heaven’s command
- Wie den arme geeft, leent den Heer
- Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in
- Wie eerst komt, die eerst maalt
- Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden
- Wie gezond zijn hebben den medicijnmeester niet noodig, maar wie ziek zijn. MARCUS 2 vers 17
- Wie glücklich wem das Knabenkleid Noch um die Schultern fliegt
- Wie heeft dien zal gegeven worden. MATTHEÜS 13 vers 12. MATTHEÜS 25 vers 29. MARCUS 4 vers 25. LUCAS 8 vers 18. LUCAS 19 vers 26
- Wie is er, die ons 't lied verbiedt
- Wie is het, die zoo hoogh gezeten
- Wie kan al de starren meten?
- Wie klopt, dien zal opengedaan worden
- Wie lacht daar?
- Wie leugens zoekt voor zijn gebreken
- Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle
- Wie met pik omgaat, die wordt er mee besmet
- Wie niet veinzen kan, kan niet heerschen
- Wie niet werkt, zal ook niet eten
- Wie ooren heeft om te hooren, die hoore
- Wie roemt, roeme in den Heer
- Wie staat, zie toe dat hij niet valle
- Wie te veel bewijst, bewijst niets
- Wie trouwt doet wel en wie niet trouwt doet beter
- Wie vader of moeder liefheeft boven mij, die is mijns niet waardig
- Wie van u kan met bezorgd te zijn ééne el tot zijne lengte toedoen?
- Wie van u, willende een toren bouwen, zit niet eerst neer en overrekent de kosten? LUCAS 14 vers 27
- Wie van ulieden zonder zonde is, werpe het eerst den steen op haar
- Wie wind zaait, zal storm oogsten
- Wie zal de kat de bel aanbinden?
- Wie zich des armen ontfermt, leent den Heer
- Wie zich zelven verhoogen zal, die zal vernederd worden, en wie zich zelven zal vernederen, die zal verhoogd worden
- Wie zijn kruis niet opneemt en mij navolgt, die kan mijn discipel niet zijn (die is mijns niet waardig)
- Wie zoekt, die vindt
- Wien Neerlandsch bloed in d’adren vloeit
- Wij gaan niet naar Canossa
- Wij groeien vast
- Wij hebben hier geen blijvende plaats
- Wij leven vrij, wij leven blij
- Wij zaten laatst bij Saartje
- Wilhelmus van Nassouwe Ben ick van duytschen bloet
- Willst du genau erfahren, was sich ziemt