naam van het Ned. volkslied. Oorspronkelijk een geuzenlied, ca. 1570 gedicht door een aanhanger van prins Willem I van Oranje, toen deze naar Duitsland was uitgeweken.
Het is een rederijkersgedicht met het acrostichon 'Willem van Nassov' in de aanvangsletters van de 15 strofen en een tot de prins gerichte slotstrofe. Al vroeg heeft men verondersteld dat Marnix van Sint-Aldegonde de dichter zou zijn. maar in het Nieu geusen lieden boecxken (1581) komt het naamloos voor. De melodie komt van een oud Frans soldatenlied, een spotlied op Condé. en werd door Valerius omgewerkt. Het Wilhelmus werd in de 20e eeuw tot nationale hymne (sinds ministerieel besluit van 5.10.1932 officieel) en verdrong daarmee Wien Neérlandsch bloed van Tollens.Litt. G.S.Overdiep e.a.. De letterkunde van de Renaissance tot Roemer Visscher en zijn dochters (1944): E.Smedes, De lutherse predikant Balthasar Houwaert als vermoedelijke dichter van het Wilhelmus (in: TvG 1947); A.J.Veenendaal. Vier vragen betreffende het Wilhelmus (in: TvG 1954); H.Bruch. Het prinsenlied (in: Slaat op den trommele 1971; met Litt.).
