Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Sint-Eustatius

betekenis & definitie

een van de Bovenwindse Eilanden van de Ned. Antillen.

Werd door Columbus op zijn tweede reis (1493) ontdekt. In 1636 vestigden Zeeuwse kolonisten zich op het onbewoonde eiland, die tabaksplantages aanlegden, die spoedig werden omgezet in suikerplantages. Er ontstond een bloeiende handel, o.a. in slaven. Tussen 1664—81 was het eiland in Franse en Engelse handen. Daarna werd het een handelscentrum voor illegale handel tussen de Engelse (m.n. in Noord-Amerika) en Franse kolonies, voor handel hierop vanuit Nederland, en voor slavenhandel. De WIC bezat er een groot slavendepot.

Vanaf ca. 1745 heerste er een toenemende welvaart, nog vergroot door de Amerikaanse Vrijheidsoorlog, nl. als voornaamste opslagplaats van oorlogsbehoeften voor de Amerikanen (vandaar de bijnaam: De Gouden Rots). Een kanonsalvo vanaf Sint-Eustatius als begroeting van enkele oorlogsschepen onder Amerikaanse vlag (16.11.1776) geldt als de eerste officiële erkenning van de vlag van de opstandelingen. In 1781 door de Engelsen ingenomen, waarbij als wraak het fort totaal verwoest werd. Tot 1816 Frans en Engels. Daarna was Amsterdam geen stapelmarkt meer, wat de handelsmogelijkheden van Sint-Eustatius sterk verkleinde. Ook de verklaring tot vrijhaven (1827) kon het blijvend economisch verval niet stoppen.

Tot de Franse tijd ressorteerde Sint-Eustatius onder de wie (tot 1682 als patroonschap), sedert 1848 behoort het bestuurlijk tot Curaçao, als een van de Ned. Antillen.Litt. G.van Grol, Het eil. St. Eustatius in verleden, heden en toekomst (1907); J.Y.Keur en D.L.Keur. Windward children (1960); J.Hartog. Gesch. van de Ned.

Antillen iv. De Bovenwindse Eilanden (1964); W.van den Bor, de gesch. van Sint Eustatius (in: SH 1973. met litt.); J.Hartog. The Jews and St. Eustatius (1976); Y.Attema. Sint Eustatius. A short history (1976). J.Hartog, Gesch. van Sint-Eustatius (1977).