(Lat. ik heb veel gedragen), pseudoniem van Eduard Douwes Dekker. Ned. letterkundige. *2.3.1820 Amsterdam. ;✝ 9.2.1887 Nieder-lngelheim.
Trad 1838 in gouvernementsdienst in het toenmalige Ned.-Indiö; 1856 assistent-resident van I.ebak: kwam op tegen de knevelarij door de regent: overgeplaatst door gouverneur-generaal → Duymaer van Twist, vroeg hij eervol ontslag aan. Schreef 1859 zijn meesterwerk Max Havelaar of de koffijveilingen der Ned. Handel Mij. (2 dln. 1860). → Cultuurstelsel. Schreef, toen 1870 het Cultuurstelsel werd vervangen door vrije arbeid, waardoor er voor de Javaan weinig veranderde, een brochure over Vrye-Arbeid, gevolgd door Nog-eens: Vrye-Arbeid (1882). waarin hij betoogde. dat de Javaan noch op de ene. noch op de andere wijze moest worden uitgebuit.Littt. R.Nieuwenhuis, De zaak van I.ebak na honderd jaar (in: Indonesië. 1957): F.W.Driessen, Multatuli (1960).
