Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Hugo de Groot

betekenis & definitie

(Grotius). Ned. rechtsgeleerde, *10.4.1583 Delft, ✝ 5-28.8.1645 Rostock (Zweden).

Studeerde te Leiden; promoveerde 1599 te Orléans; 1609 verscheen Mare Liberum (een hoofdstuk uit De iure praedae commentarius), waarin hij de stelling verdedigde, dat de volle zee aan niemand onderhorig was; 1613 pensionaris van Rotterdam; als leider der remonstranten 1619 tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld; ontsnapte 1621 in een boekenkist uit Lecvcstein; vestigde zich te Parijs en schreef daar o.a. Verantwoordingh van de wettelijeke regeringh van Hollandt ende West-Vrieslandt (1622), welke verdediging (door de Staten verboden) tenslotte zijn terugkeer naar Nederland ónmogelijk maakte, en zijn hoofdwerk De iure belli ac pacis (1625). dat een van de belangrijkste grondslagen van de volkenrechtwetenschap is: werd 1631 Zweeds gezant te Parijs; schreef bovendien geschiedkundige en theologische werken en was een voortreffelijk Latijns dichter; van eind 19e eeuw af geëerd als baanbreker op het gebied van het volkenrecht. Werken: Adamus exul (1601), De antiquitate reipublicae batavicae (1610), Verantwoordingh van de wettelijeke regeringh van Hollandt ende West-Vrieslandt (1622). De iure belli ac pacis (libri tres) (1625), Christus patiens (1626), Bewijs van de ware godsdienst (1627). Inleijdinghe tot de Hollandsche rechtsgeleertheijdt (1631). Sofornpaneas (1632), Annales et historiae de rebus belgicis (1657).

Uitgaven: Briefwisseling 1597-1626. door P.C. Molhuijsen (dl.i 1928.dl.ii 1936): Briefwisseling na 1626, door B.L.Meulenbroek (dl.lll-x 1962 vgl.); De dichtwerken van Hugo Grotius, door B.L.Meulenbroek (1972).Litt. A.Romein-Verschoor. Vaderland in de verte (1948); P.Ottenwalder. Zur Naturrechtslehre des H.Grotius (1950); W.J.M.van Eysinga. H.de Groot (1952); J.ter Meulen en PJJ.Diermanse, Bibliogr. des écrits sur Hugo Grotius imprimés au 17me siècle (1961); A.Droetto, Studi Groziani (1968): E.Dumbauld, The life and legal writings of Hugo Grotius (1969): A.P.A.van Daalen, Het Orakel van Delft (1976); J. en A.Romein, Huig de Groot. Het Delfts Orakel (in: Erflaters van onze beschaving, 13e dr. 1979).