Ned. feministe. *9.2.1854 Sappemeer. ✝ 10.8.1929 Baarn. Studeerde wis- en natuurkunde en medicijnen; promoveerde 1879 te Groningen in de medicijnen als eerste Ned. vrouw.
Vestigde zich als arts te Amsterdam, waar zij regeling van het kindertal propageerde op medische en sociale gronden; hield daartoe een kliniek voor kosteloze hulp aan minvermogende vrouwen; werd zo in Nederland de pionierster op het terrein van de geboortenregeling; ijverde sterk voor het vrouwenkiesrecht: werd 1903 presidente van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Werken: Over loculisatie van physiologische en pathologische verschijnselen in de grote hersenen (diss. 1879); De vrouw (1897. 6e dr. 1921), Vrouwenkiesrecht (1913). Herinneringen (1924: herdr. 1978).Litt. W.H.Posthumus-van der Goot (red.). Van moeder op dochter (3e dr. 1968); I.de Wilde, Aletta Jacobs in Groningen (1979).