Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Zab

betekenis & definitie

1) landschap in Algerië, bezuiden de provinciën Titterie en Constantine, maakte eertijds het zuiderdeel uit van Mauritania Sitifensis en van Getulië; het werd in 1844 aan Frankrijk onderworpen door den hertog van Aumale.

2) of Adiab, naam van twee rivieren in aziat. Turkijë, beiden uitloopende in den Tigris, nl.: de Groote Z. (bij de onden Zabatus major, ook wel Lyeus, d. i. Wolf), ontspringt in het pachalik Bagdad, en ontlast zich, na 25 mijlen loop, bezuidoosten Mossoel; en de Kleine Z. (bij de ouden Zabalusminor, bij de Grieken genaamd Caprus), ontlast zich 9 a 10 mijlen beneden den mond van den Grooten Z.

< >