een Lusitaniër, bestuurde den opstand der Lusitaniers tegen de romeinscheoverheerschiug met veel krijgsgeluk; hij gaf de nederlaag aan vier pretoren (C. Velilius in 149; C.
Plautiusin 148; Clandius Unimanus in 147; C. Nigidius Figulus in 146 v. Chr.). Door Fabius dimilianus werd hij eenigen tijd bedwongen, en leed eene nederlaag 144 v. Chr.; niettemin hield hij zich staande in de bergen, bracht verscheidene volkeren in Ceitiberië aan zijne zijde, versloeg toen de Romeinen opnieuw, en noodzaakte consul Fabius Maxiinns Servilianus (141 v.Chr.) lot eenen voorde Lusitanierseervollen vrede. In het volgende jaar echter werd door een nieuwen consul (Cepio) de vrede trouweloos geschonden, en V. werd in zijne veldtent verraderlijk vermoord door twee zijner officieren, die zich door Cepio tot dat boevenstuk hadden laten omkoopen. Na Hanniba! en Mithridales isV. de degeiijkste tegenstander, dien de Romeinsche republiek te beoorlogen gehad heeft.