I, of Togroel-Beg, stichter van deturksche dynastie der Seldzjoecieden, kleinzoon van Seidzjoek, aanvankelijk slechts hoofd van een stam in het noorden van Kborassan, onderhoorig aan Mahmoed, vervolgens aan diens zoon Massoed, kwam tegen dezen in opstand, veroverde Herat, Nizjapoer, enz., en nam (1039) den titel van sultan aan. Door vele veroveringen (Iran in 1051, Bagdad met Mesopotamië en een gedeelte van Syrië 1055—59) tot zelfs in Armenië en Georgië, gaf hij eene groote uitbreiding aan zijn rijk, en stierf 1063.
II (1132—1154).
III (of II), laatsteseldzjoecidische vorst van Perzië (1175—94).