Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Theoderik

betekenis & definitie

koningen der Westgothen, nL:

I sedert 420, sneuvelde 451 in den slag bij Chalons.

II, zoon van den vorige,regeerde van 453—466.

III, dezelfde als T. de Groote, koning der Oostgothen (427—526), de overwinnaar van Odoacer (zie dien naam).

< >