Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Soestdijk

betekenis & definitie

gehucht in de prov. Utrecht, 3 kwartier gaans bewesten Soest, aan den dijk, die van Soest naar het Gooiland loopt; 100 inw.; is vooral bekend door het vorstelijk lustslot, in 1674 daargebouwd voor Willem III, prins van Oranje; in 1795 eigendom van den staat geworden, werd dit lustslot in 1816 door de Staten-generaal als nationale hulde ten geschenke aangeboden aan den toenmaligen kroonprins (later koning Willem II), den nederlandschen held van Quatre-Bras en Waterloo.

< >