Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Scythia

betekenis & definitie

zoo noemden de ouden al de landen ten N. en ten O. van het beschaafde gedeelte der wereld, zoodat de grenzen van S. onbepaald zijn. Volgens sommigen begon S. beoosten de Vistula (Weichsel) en benoorden den Donau, strekte zich zonder grenzen uit naar het Oosten en Noorden, en bevatte dus geheel Snrmatië; volgens anderen wasS. gelegen óf benoorden Sarmatië, óf wel tusschen den Boryslhenes en den Tanaïs, en strekte zich beoosten den Tanaïs uit tot in de binnenlanden van Azië.

Daarnaar zou Europeesch S. of VVest-S. tnsschen de twee groote rivieren (Boryslhenes en Tanaïs) gelegen hebben, terwijl Aziatisch S.ofOost-S. dat aanving beoosten den Tanaïs, weder ingedeeld werd in twee groote landstreken, namelijk S. generzijds de Imaus-bergcn en S. dezerzijds den Imaus (Scythia extra Imaum ten N.,en Scythia intro Imaum ten Z.). Dat de grenzen van S. zoo onbepaald zijn is hieraan toe te schrijven, dat de nomadiseerende Scythen gedurig van verblijfplaats veranderden. Zij waren gesplitst in eene menigte volkeren, o. a. Geten, Fennen, /Estyën, Tauren, Jazygen, Bastarnen, Roxolanen, Agalhyrsen, Scyren, Hernlen; wijdersde S.,die doorHerodotus.uit hoofde van hunnen regeeringsvorm, koninklijke S. genoemd worden, en de gynecocratumenische S., d. i. die geregeerd werden door vrouwen: want er waren in S. werkelijk eenige horden, die van tijd tot tijd onder het oppergezag eener vrouw stonden, hetgeen wel aanleiding zal gegeven hebben tot de mythe der Amazonen.ln den Bijbel stammen de Scythen af van Magog, zoon van Japhet (ook in het N. T. zijn ze vermeld; Coll. 3:11). Aanvankelijk aan den Araxus gevestigd, breidden zij hunne veroveringen zeer ver uit, onderwierpen een gedeelte van Europa en van Azië, hielden gedurende 28 jaren Klein-Azië onder hun juk (624—596 v. Chr.), en drongen door tot in Egypte. De grootste veroveraars (Cyrus, Darius I, Aiexander) deden vruchteloos pogingen om hen te onderwerpen. Later echter werd S. door onderscheidene volken overweldigd, waarvan de voornaamste de Sarmaten waren, die hunnen naara gaven aan een gedeelte des lands. De Golhen slichtten hun uitgestrekte rijk in West-S. Eindelijk, door vluchtende horden uit Azië vertalrijkt, kwamen de Scythen uit het Oosten, onder den uaam van Hunnen, in 376 het rijk der Gothen aanvallen, hetgeen de voorbereiding werd tot den grooten inval der barbaren. De naam S. verdwijnt uit de geschiedenis in de 7e eeuw, toen de Slawen, Awaren en Bulgaren het land in bezit namen. De Scythen schijnen van hetzelfde raste zijn als de Tsjoeden, Oeraliêrs of Finnen; men rekende daartoe ook de Turken, de Tartaren, enz.

< >