Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Jazygen

betekenis & definitie

volk in barbaarsch Europa, woonde aan de oevers van den Tanais en van den Palus Meotis; doch in het begin der 4e eeuw, toen ze overwonnen waren door de Gothen, splitsten de J. zich in drie afdeelingen, waarvan de eene zich nederzette aan den Tanais, de andere aan den Borysthenes (tusschen die rivier en den Danaster), de derde in de moerassige landstreek tusschen den Tibiscus en den Donan. De twee eerstgenoemde afdeelingen waren schatplichtig aan de Gothen; de derde, tusschen Pannonié en trajaansch Dacie gevestigd, stond onder romeinsch protectoraat.

Laatstbedoelde afdeeling werd ook wel genoemd de Metanastische (d. i. naar elders verplaatste) J.Na de immigratie der Magyares in Hongarije werd de naam van Jaszak (lat. Jassonesj of later ook Jazygen, gegeven aan de koninklijke boogschutters,zijndedeelslijfeigenen, deels vrije mannen van adelijken bloede, meerendeels afstammende van Bissenen (of Petsjenegen), maar ook van Szeklers, Cumanen, Bulgaren, en zelfs van Tartaren; zij bewoonden afzonderlijke districten, met bijzondere privilegiën. Het district Jazygie en Cumante (dat van 1849 tot 1860 een comitaat vormde) bestaat uit verscheidene afzonderlijke deelen, te zamen ruim 90 vierk. mijlen groot, bevolkt met 204,000 zielen, en heeft tot hoofdplaats Jasz-Bereny.

< >